Zaterdag 23 juli

23 juli 2016 - Coober Pedy, Australië

Gelukkig voelt Ron zich een stuk beter vandaag. Geen koorts en ook het hoesten is een stuk minder. Gelukkig maar.

Rond half negen naar de ontbijtzaal van de roadhouse .... wat een trieste aanblik. Wat bijeengeraapte zooi met een paar zakken houdbaar brood, een toaster, een koeling met botertjes, pindakaas, jam en marmelade en water voor thee of oploskoffie in wegwerpbekers. Onder bijna alle tafels lagen tijdschriften onder de poten tegen het wiebelen. Tja ... het was functioneel en we hebben wat gegeten.

Nog even getankt en geprobeerd de voorruit schoon te maken, maar met rood water wordt het er niet veel beter op dan de lijkenresten die we er al op verzameld hadden.

We gaan op weg naar Cooper Pedy ... een oud mijnstadje 424 km naar het zuiden.

Het rijdt lekker door en in de auto is het lekker warm. Buiten is het nog maar 11 graden. En wij natuurlijk steevast in onze korte broek ... bbrrr. De eerste stop bij Marla gemaakt en even wat lekkers en zakje druiven gekocht. Toen weer door de uitgestrekte vlaktes over. Overal langs de weg staan borden dat je moet uitkijken voor overstekende kangoeroes en vee ... maar het enige wat wij tot nu toe hebben gezien, zijn dode dieren ... vandaar natuurlijk dat je moet oppassen.

Vandaag kwamen de provinciegrens over en verlaten we het Northern Territory en komen in South Australia. Hier zien we overal borden dat je geen fruit en groente over die grens mag meenemen en afvalbakken erbij om het weg te gooien ... wat denken ze nou? Dat we serieus het fruit gaat weggooien dat we 300 km terug in hetzelfde land hebben gekocht? Niet dus.

Het zou zijn om de gewassen te beschermen ... dan gooien we fruit in South Australia weg dat we in Northern Territory hebben gekocht, maar dat met een vrachtauto uit South Australia is aangevoerd ... op de appels stond dat ze uit Adelaide kwamen .... wij snappen er niks van.

Rond half drie komen we in de buurt van Cooper Pedy. Er is hier jaren gezocht naar Opaal en gevonden ook. Dat is goed te zien aan alle heuvels die gemaakt zijn bij het graven. Het hele landschap is in een straal van 60 km verwoest. De laatste 3 jaar schijnt er nauwelijks meer opaal gevonden te zijn en staat het materieel er verlaten en verroest bij. 

Als we het stadje in rijden, lijken we zo 60 jaar terug te gaan in de tijd. Bovendien spelen veel van het dagelijks leven zich hier ondergronds af in verband met de hitte in de zomer.

Wij slapen in een b&b en de navigatie stuurt ons het dorpje voorbij de zand en grindheuvels in ... niemandsland ... en dan een heuvel op en daar staan we voor een huis. Blijkt er een superaardige kerel te wonen die drie huisjes uitbaat met een Duitse geldschieter. Wij hebben degene onder de grond. Via een tunneltje komen we in een huiskamertje met aparte slaapkamer, badkamer en ruime keuken. En alles super netjes afgewerkt. Om vijf uur komt hij het ontbijt voor de volgende ochtend op een groot dienblad brengen ... wat er een stuk uitgebreider uitziet dan wat we vanmorgen hadden.

We zijn nog even door het stadje gereden, weer getankt .... laten we de tank maar vol houden ... al is het met het aantal tankstations niet zo dramatisch als we hadden verwacht. Iedere 200 km zit er wel iets.

Nu even eten maken - in het stadje zagen we een vage chinees ... nee toch maar niet ... dus we duiken wel in onze eigen voorraad.

Vanavond lekker chillen en spelletjes gedaan in onze eigen cave.

Foto’s